Er is een leven vóór en een leven ná het hersenletsel. En die twee zijn heel verschillend. Je hele bestaan wordt overhoop gehaald. Je gaat aan de slag om te revalideren. Tijdens de eerste periode kun je op heel wat steun rekenen en je probeert andere manieren te vinden om nog te doen wat je graag doet. Maar het stopt niet na die eerste periode. Stilaan wordt duidelijk met welke beperkingen je moet leren leven. En dan begint ook het gevecht tegen onbegrip.
Wie zelf een hersenletsel opgelopen heeft, herkent wellicht de situaties die ik beschrijf. Wie in zijn omgeving te maken krijgt met iemand met een gekwetst brein, leest hoe belangrijk blijvend begrip en steun voor de patiënt zijn. Laat dit boek een inspiratie zijn, ook als je niemand kent met een hersenletsel, want kleine gebaren van begrip en uitzonderingen op de standaardprocedure kunnen soms echt een wereld van verschil maken.