Een hersenbloeding op mijn 20ste. Het was niet meteen iets waarvan ik dacht dat het me ooit zou overkomen. Maar dat is precies wat gebeurde op woensdag 8 januari 2020. Niets dat erop wees wat er mij die fatale ochtend te wachten stond. Ik was kerngezond, ging naar school, werkte hard en genoot van mijn vrije tijd met mijn vrienden. Maar die ochtend in de douche voelde ik me onwel worden. Ik viel, en knalde met mijn gezicht tegen de glazen wand. Ik trok me recht aan de verwarming en met mijn laatste krachten riep ik op mijn moeder. Na de vijfde en laatste keer roepen verdween mijn stem.
Ik werd meteen afgevoerd naar het ziekenhuis, waar meteen werd beslist de druk op mijn hersenen te verlagen. Dokters verwijderden een stuk uit mijn schedel en brachten me in een kunstmatige coma. 26 dagen later, na nog een hersenbloeding en een longontsteking, werd ik wakker. Het was intussen 2 februari. Ik was zo versuft door de medicatie dat ik niet eens besefte dat ik volledig verlamd was aan mijn linkerzijde. Die harde realiteit drong pas meer dan twee weken later door…
De maanden en jaren die volgden onderging ik nog tal van operaties. Ik kreeg een abces op mijn blaas, dokters verwijderden de shunt in mijn hoofd (waarbij ik nog meer hersenschade opliep), mijn achillespees werd verlengd, ook kreeg ik een baclofen pomp… Kortom: het leed was en is nog steeds niet voorbij.
Toch ben ik blij en trots met waar ik nu sta en wie ik ben geworden. Ik apprecieer het leven zo veel meer dan vroeger, geniet van de goede vrienden die ik nog heb en ben ongelooflijk fier op mijn mama, stiefpapa en mijn zusje. Want zelfs al verblijf ik intussen opnieuw voor de 3de keer in revalidatiecentrum Revarte en zijn er dingen die ik nooit meer zal kunnen: het is voor hen dat ik elke dag vecht en strijd als een leeuw. Het is voor hen dat ik elke dag keihard werk om beter te worden.
Graag wil ik mijn mama nog persoonlijk bedanken: ze redde mijn leven en is mijn eeuwige rots in de branding.
Dankjewel, mama. Voor alles.