Een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kan heel wat restsymptomen met zich meebrengen. Het kunnen starten van activitieten is er één van. Alhoewel het een restsymptoom is dat niet in de kijker staat, leidt het tot een verminderde kwaliteit van leven voor de persoon met NAH, maar ook voor de mantelzorgers en andere leden van het netwerk. Kunnen we de persoon in kwestie motiveren om tot actie over te gaan?
Waarom lukken bepaalde activiteiten in een andere omgeving wel, bijvoorbeeld in een dagcentrum, en thuis niet? Zijn er tips om met deze verschillende niveaus van activiteiten om te gaan?
Door wie? Katrijn Vanden Driessche, klinisch neuropsycholoog
Voor wie? Personen met NAH en hun omgeving
Inschrijven kan via Sig.