In de zomer van 2013 vertrok ik als jonge studente naar Ghana, in West Afrika. Ik ging daar vrijwilligerswerk doen in een weeshuis. Na die bijzondere ervaring en een rugzak vol dromen en toekomstplannen was ik klaar om terug naar huis te komen. Tijdens de lange busrit op weg naar de luchthaven, botste de bus rond 3 uur ’s nachts frontaal met een ander voertuig. De bestuurder daarvan had gedronken. Na de klap, ging onze bus overkop. De bus zat bomvol mensen, de meesten waren lichtgewond, maar net ík vloog uit die bus. Ik lag kort naast de gekantelde bus en had overal pijn en had geen gevoel meer in mijn benen. Het klinkt misschien raar, maar ik heb mezelf daar echt naast die bus zien liggen! Er heerste paniek en het leek wel of niemand wist dat ik uit de bus was geslingerd was en dat ik daar lag.
Gelukkig was er een Nederlandse jongen die ook in het weeshuis als vrijwilliger gewerkt had, die me samen met iemand anders verder weg van het bus wrak legde. Ze hadden namelijk schrik dat de bus zou ontploffen. Omdat het daar zo donker was, hadden ze niet door dat ze me in glasscherven hadden gelegd… ze hebben me dus nog een 2de keer moeten verplaatsten. Ik onderging helse pijnen!
We hebben op de plaats van het ongeluk geen politie of ziekenwagen gezien. De Nederlandse jongen hield een toevallig voorbijrijdend militair voertuig tegen. Ze hebben me achterin het voertuig gelegd en reden me naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Daar hebben ze foto’s genomen. Ik herinner me dat ik vroeg: “Ga ik ooit nog kunnen lopen?” en de dokter antwoordde: “I don’t know” (Ik weet het niet).
Ik merkte al snel dat hoewel ik goed Engels sprak, dat niet meer lukte na het ongeluk. Zelfs mijn eigen taal ging moeizaam. Gelukkig is die jongen bij mij gebleven in het ziekenhuis en kon hij daarbij helpen. In dat 1ste ziekenhuis lag ik in een klein lokaal met 8 bedden, maar meer mensen dan bedden. Ik kreeg er geen medicatie en viel regelmatig flauw. Ik schoot dan in paniek wakker en herinnerde me niets, wist niet waar ik was. Ik dacht echt dat ik daar niet levend zou weggeraken.
Een halve dag later hebben ze me naar een privé ziekenhuis in de hoofdstad gebracht. Mijn ouders waren intussen ook toegekomen. Daar maakten ze opnieuw foto’s maar alweer werd ik niet echt verder geholpen.
Pas 5 dagen later werd ik gerepatrieerd naar België en kreeg ik eindelijk morfine tegen de pijn. In Ghana hadden ze alleen een beenbreuk vastgesteld, maar ik had ook mijn bekken gebroken op verschillende plaatsen en er was schade aan mijn longen. Aan een hersenletsel werd niet meteen gedacht.
Na 3 weken ziekenhuis volgden 3 maanden revalidatie, waar de aandacht vooral ging naar mijn lichamelijke revalidatie. Ik kon terug stappen, maar bleef enorme pijn hebben in mijn bekken.
Eens terug thuis ging het slechter met mij, dan werd pas echt duidelijk dat ik ook hersenschade had opgelopen. Ik had enorm last van hoofdpijn, concentratieproblemen, was gevoelig voor licht en geluid,… In de voorbije 11 jaar heb ik een 10-tal jobs gedaan, meestal full time, maar zowel fysiek als mentaal lukte dat niet. Ik word daarin nu begeleid. Ook mentaal word ik opgevolgd met regelmatige gesprekken, zowel live als online. Mijn dossier wordt gelukkig ook goed opgevolgd.
Mijn sociaal leven lijdt enorm onder de gevolgen van mijn hersenletsel en lichamelijk letsel. Ze begrijpen de pijn en de vermoeidheid niet. Bij sommige gesprekken bijvoorbeeld, reageer ik niet meteen en denken ze dat ik niet aan het luisteren ben. Ik heb gewoon wat meer tijd nodig om het te laten doordringen. Of dat ik de dag na een gesprek dingen vergeten ben. Ook daar denken ze dat ik niet luisterde, maar ik vergeet het echt. Het is soms echt frustrerend, niet alleen voor hen hoor… vooral voor mij! Mijn dichte familie begrijpt het gelukkig wel.
Wat heel raar is, er zijn echt stukken uit mijn herinneringen. Van mijn 6de middelbaar, net voor ik vertrok naar Ghana, weet ik niets meer. En in het 1ste jaar na het ongeval zitten ook veel ‘gaten’ in mijn geheugen. 5 jaar na het ongeval keerde ik samen met mijn ouders terug naar de plaats van het ongeluk. Een beetje om het ‘af te sluiten’… daar kwamen wel een deel van de herinneringen terug.
Wat ik vooral mis van vroeger? Mijn toekomstplan om naar de hogeschool te gaan, want dat is niet gelukt. Ik danste heel graag, zowel klassiek als jazz, maar met de pijn in mijn bekken lukt dat niet meer. Ik probeerde Afrikaanse dans, maar ik merkte dat ik de pasjes gewoon niet kon onthouden. Die danspassie is mij echt ontnomen door dat ongeval. Ook lezen lukt niet meer. Ik vraag me oprecht af of ik nieuwe hobby’s en passies zal vinden. Maar ik blijf hoopvol.
Ik geef nu regelmatig getuigenissen voor ‘Getuigen Onderweg’ in middelbare scholen. De aandacht van die jongeren als ik vertel, je ziet hen echt nadenken… Daar krijg ik echt wel energie en voldoening uit.