Vaderdag 2020 veranderde heel mijn leven. Als docent spoed en intensieve zorgen verpleegkunde & zorgmanagement (Hogeschool VIVES) zamelden we een maand voordien FFP 2 & 3 mondmaskers in voor onze IZ collega’s in ziekenhuizen. In die periode waren er onvoldoende mondmaskers, en werd het nut ervan zelfs in vraag gesteld… Enkele weken nadien begon de eerste grote Covid-golf.
Kort nadien vertrok ik op een mooie zondag, Vaderdag, met de koersfiets naar de streek rond Ieper. Ik ben al sinds de jaren ’90 een fervent mountainbiker en coureur. Het dragen van de fietshelm was voor mij een gewoonte. In Hollebeke moest ik plots 5 motorrijders uit de andere richting kruisen onder de schaduw van een bomenrij. Later bleek dat het wegdek door de boomwortels en extreme hitteperiode omhoog was gekomen. Ik verloor volledig mijn evenwicht en kwam enkele meters verder recht met mijn hoofd op het asfalt terecht. Ik voelde meteen dat het heel ernstig was maar had het geluk dat de motorrijders meteen 112 belden. Ik deed zelf nog mijn helm af. Het was er enorm warm met fel zonlicht. Toen de ambulance aankwam was ik nog bij bewustzijn.
Bij aankomst in het ziekenhuis werd ik heel onrustig. Na een CT-scan was het duidelijk dat ik naast een complexe sleutelbeenbreuk ook een zware schedelbreuk had. Ik verloor iets later op de spoedopname het bewustzijn. Ik had verschillende breuken en hersenbloedingen aan de rechterzijde opgelopen: een epiduraal hematoom, een subduraal hematoom, intra-cerebrale bloedingen en zware hersencontusie. Ik werd meteen geopereerd door de neurochirurg die de schedelbreuk, de hersenbloedingen en de druk op de hersenen wegnam. Ik was voortaan een patiënt met een niet-aangeboren hersenletsel. Ik werd een tijdje beademd en was in kunstmatige coma. Zonder fietshelm had ik het niet overleefd. De neurochirurg vertelde mijn vrouw dat ik spoedig de dienst intensieve zorgen zou kunnen verlaten….
Enkele dagen later werd ik tot mijn verbazing wakker op ‘mijn afdeling’ intensieve zorgen, bij mijn ‘gemaskerde’ collega’s. Het was een vreemde ervaring, omdat ik totaal niet meer wist waarom men een mondmasker droeg. Het leek voor mij zelfs een grap.
Diezelfde avond kon ik echter helemaal niet meer op mijn woorden komen. Spreken ging ineens veel moeizamer.De IZ verpleegkundige en intensivist merkten dit meteen op. Ik werd voor hercontrole terug naar de CT-scan gebracht. Men stelde vast dat de bloedingen aan de linkerkant waren toegenomen. Deze bloedingen bevonden zich thv. het spraakcentrum, wat de ‘amnestische afasie’ (woordvindingsproblemen) verklaarde. Mijn bevriende intensivist contacteerde meteen de neurochirurg van wacht, die zo snel mogelijk een tweede neurochirurgische operatie uitvoerde om het bloed te verwijderen. Ik blijf hen hiervoor eeuwig dankbaar. Er werd ook een hersendrain achtergelaten om het hersenvocht te kunnen aflaten en hiermee tegelijkertijd de hersendruk op te volgen en eventueel verlagen.
Ik werd een kleine week later echt wakker uit coma. Ik kon bijna niet meer praten en was heel onrustig. Ik herinner me niks meer vanaf het vervoer in de ambulance. Mijn collega’s en artsen gaven het allerbeste van zichzelf. Mijn revalidatie met mijn kinesist, psycholoog en logopediste kon nu echt starten. Het waren heel eenzame dagen, weken en maanden. De tweede Covid-golf stak de kop op, en het bezoek werd beperkt tot 1-2 personen/dag gedurende een kwartier. Het gebrek aan sociale contact heb ik hard gemist, maar ik had ook nood aan dagelijkse lange rustpauzes om overprikkeling tegen te gaan.
Het is als zorgverlener niet simpel om je opeens als zorgvrager over te geven aan de zorgverlener. Als IZ verpleegkundige en patiëntveiligheidscoördinator kende bijna iedereen me in het ziekenhuis. Ik heb enorm veel bijgeleerd over de zorgkwaliteit door deze langdurige patiëntervaringen. De IZ vaardigheden die ik in het verleden uitvoerde en ook instrueerde aan mijn studenten, beleefde ik nu als patiënt.
Na een kleine 3 maand kon ik de stap naar huis zetten. Het was een zoektocht als NAH-patiënt om de juiste zorg te vinden in de Westhoek. Daarom steun ik de Hersenletsellijn (die er toen nog niet was) enorm.
De logopedische revalidatie was enorm zwaar, tot tranens toe. Ik volgde gedurende 2,5 jaar wekelijks logopedie. Ze leerde me aan de hand van. een afbeelding van een ‘appel’, ook het woord ‘appel’ uit te spreken. Ik kon het heel goed beschrijven, ik kon het herhalen, maar ik kon verdomme dat woord niet zelf benoemen…
(Bij het tonen van het beeld van een appel:) Welk fruit is dit? “Euh, …. het valt niet ver van de boom.” Dat is amnestische afasie. Het is het meest frustrerende wat ik ooit in mijn leven heb meegemaakt. Ik zag zo veel foto’s en zette ze met enorme steun om naar woorden; via fruit naar groenten, via sport naar beroepen, via geduld naar frustratie, van nieuw naar herhaling, van energiek naar oververmoeid, van lachen naar wenen. We startten van maximaal 30 min./week om daarna op te bouwen tot 1u/week, om het daarna te verdubbelen naar 2x/1u per week. Mijn logopediste was eigenlijk ook mijn coach, waarvoor ik haar nog steeds bewonder. Zonder haar zat ik hier deze tekst niet te schrijven. Ik geef eigenlijk niet snel op, en er waren ook geen andere opties. De evolutie van de amnestische afasie is na veel trainen enorm verbeterd. Blijf er steeds in geloven! Het vreemde is dat het uitspreken van eigennamen weinig tot niet evolueert. Frustrerend, voor een sociaal iemand als ik…
Ik heb tijdens de Covid-golven vaak mijn reddende ‘gebroken’ fietshelm bovengehaald. Het viel op dat de fietshelm uiterlijk niet opvallend beschadigd was. De verpleegkundigen en artsen van de spoedafdeling stelden dit ook vast. Pas na mijn fietsongeval ontdekte ik het logo met afkorting MIPS (‘Multi-directional Impact Protection System’) in mijn fietshelm.
Ik mocht tenminste 6 maand niet meer met de wagen rijden. Dit was echt wel wennen. Toen ik nadien terug me mocht verplaatsen met de wagen, besefte ik pas duidelijk de reden. Terug rijden met de wagen was veel minder kinderspel of een automatisme dan vroeger, en zorgt nog steeds voor extra vermoeidheid en overprikkeling. Wanneer het kan neem ik voortaan de trein en bus.
We zijn ondertussen bijna 4 jaar verder. Tijdens het dagelijkse werk en mijn gezin voel ik nog steeds dat langdurige concentratie, prikkelgevoelige ruimtes en slaaptekort een probleem blijven. Ik ben natuurlijk dankbaar dat ik nog leef, want het had nog veel erger gekund. Dit is vaak de opmerking dat ik krijg van mensen (ook vrienden).
Op professioneel vlak is het een zoektocht naar een evenwicht tussen rust en werk. Een persoon met NAH heeft vaak geen uiterlijke symptomen. Het is daarom soms moeilijk om uit te leggen wat er voor mij allemaal veranderd is in vergelijking met vroeger. Eén van mijn meest voorkomende klachten is de dagelijkse Neuro Fatigue (Brain Fatigue). Het blijft een uitdaging om je grenzen te bewaken, en ze niet te overschrijden. Als je je grenzen ferm overschrijdt duurt het vaak meerdere dagen voor je de energie weer stilaan voelt opborrelen. Het duurde jaren eer ik dit kon herkennen en nadien aanvaarden. Ik probeer daarom mijn stapjes vooruit maximaal te belonen. Ik fiets al weer enkele jaren, steeds met een helm, en niet meer op Vaderdag.
Mijn grootste uitdaging voor de komende jaren is doseren, en mezelf feliciteren, voor waar ik was en waar ik nu ben. Stap per stap.